Een vogelakker bestaat uit stroken met een eiwitrijk gewas zoals luzerne afgewisseld met natuurbraakstroken bestaande uit granen en/of grassen met kruiden.

Vogelakkers zijn rijk aan insecten, wat gunstig is voor vogels, zoals de veldleeuwerik die hun jongen groot moeten brengen. Door de aanwezigheid van muizen is de vogelakker aantrekkelijk voor roofvogels, zoals de grauwe kiekendief. In de winter bieden de stroken met granen en kruiden voedsel voor de overwinterende akkervogels zoals kneu en graspieper.