Het Flevolands Agrarisch Collectief wilde vier jaar na de oprichting van het collectief weten hoe we als organisatie functioneren en of er nog een professionaliseringsslag nodig is. Zijn we als bestuur en organisatie zoals die nu is, klaar voor de toekomst?

Om daar achter te komen huurden we verandercoach Bea Annot in. Om samen met het hele bestuur te kijken naar wat voor een organisatie we zijn, welke ambities we hebben, zitten de juiste mensen op de juiste plek en wat voor een organisatie willen we voor boeren zijn. Kortom een tussentijdse check van de 4 jaar geleden opgestelde visie. Voorzitter Coby Dekker: “Er zijn twee middagen georganiseerd waarvoor Bea en ik een programma samenstelden, aan de hand van welke vragen we als organisatie hebben. Deze middagen gaven tijd om te reflecteren. Daar kom je tijdens je normale bestuursvergaderingen niet aan toe. Dit heeft ons een beter inzicht gegeven in onszelf, elkaar, wie we zijn als bestuur en wat wij willen uitstralen naar buiten.”

Wat hebben we onderzocht?

Coby: “We maakten onder andere een sterkte-zwakteanalyse, daaruit kwamen kansen. Over een half jaar bekijken we opnieuw wat we ermee gedaan hebben en welke zaken we nog meer kunnen oppakken. We hebben naar onszelf als bestuursleden gekeken, zit je lekker in je vel, wat ambieer je? Ik ga over twee jaar stoppen, is er een opvolger en wat moeten we daarvoor doen?” Daarnaast kwam aan het licht dat de positie van de coördinator te kwetsbaar is. De hele werkorganisatie draait nu om één persoon. Dat gaat veranderen na deze sessiemiddagen. We gaan nog nadrukkelijker met portefeuilles werken, we hebben naast ANLb verschillende projecten, die zijn verdeeld onder de bestuurders. Zij bellen de projectleiders voor vergaderingen voor een update. Dit haalt de druk bij de coördinator weg, dit viel eerst alleen onder hem, én de bestuurders worden zo beter betrokken.

Wie we zijn

We kwamen via de middagsessies erachter dat wij, als organisatie, willen blijven kijken vanuit het perspectief van de boeren. We willen dicht bij de boer staan. Al hun bestuursleden, en hun coördinator, zijn boeren. Coby: “We gaan daarom eerst van de boer uit als we ons beleid maken en projecten oppakken. Wij zijn geen standaard ANLb collectief, dat budget is bij ons heel laag, maar doen daarbij andere projecten waar de boer en de natuur het meeste behoefte aan hebben, zoals Zicht op Bodem.”

Toekomst

Hoe ver ga je als collectief mee in alle veranderingen die op je afkomen? Coby: “Daarbij moet je je afvragen wat je wilt zijn voor je boeren. Ons antwoord daarop is een onafhankelijk kennis informatiepunt. Als collectief hebben we heel veel kennis of weten we waar we die op moeten halen. Door dit scherp te hebben kun je ieder project eenvoudig toetsen of filteren door onze visie en bepalen of we erin stappen of niet. Dit geeft dat we kritisch kijken naar het DZK project en een beperkte rol voor ons collectief zien bij het uitzetten van de nieuwe ecoregelingen. Uiteraard gaan we bij onze ledenraad toetsen of we op de goede koers zitten als bestuur. En omdat al onze bestuurders boer zijn die verspreid zitten over de hele provincie, met allemaal een ander soort bedrijf en netwerk, hebben we veel kennis die nauw aansluit bij behoeften en oplossingen voor de praktijk. De kracht van ons collectief is dus onze kennis. Een volgende stap is dat we ook kijken naar de werkorganisatie. Die wordt groter en moet ook hetzelfde doel voor ogen hebben. Het moet blijven matchen met elkaar.” Coby: “Nog één punt waar we aan gaan werken is communicatie. Dat mag iets meer aandacht krijgen. Volgend jaar bestaan we 5 jaar en dat gaan we vieren met een informatieve kennismiddag voor leden/stakeholders en aansluitend een dag voor de burgers. Dat moment grijpen we aan om aan de buitenwereld te laten zien wat we doen. Overheden en boeren zijn blij met ons met hoe we het doen, dat mogen burgers zien. We zijn trots op wat we bereikt hebben.”