This content has been archived. It may no longer be relevant

Duurzaam bodembeheer is maatwerk en dat begint met leren waarnemen, dat stelde Anna Zwijnenburg tijdens de Nationale Bodemtop. Op 11 september was de eerste Nationale Bodemtop in de Van Nellefabriek in Rotterdam. Aanleiding voor de bijeenkomst was de kringloopvisie van Schouten. Daarin speelt duurzaam bodembeheer een cruciale rol.

 

De bijeenkomst in Rotterdam werd georganiseerd door het ministerie van LNV en is de aftrap van het Nationaal Programma Landbouwbodems. In 2030 moet de 1,8 miljoen hectare Nederlandse landbouwgrond duurzaam worden beheerd. Het besef dat bodembeheer maatwerk is, is ook doorgedrongen tot LNV bleek tijdens de Nationale Bodemtop. Minister Schouten verwoorde dat als volgt: “boeren kennen hun eigen bodem het beste.”

 

Anna Zwijnenburg en Albert Jan Olijve mochten namens FAC, Stichting Veldleeuwerik en het Actieplan Bodem & Water Flevoland tijdens een workshop vertellen hoe Flevolandse telers werken aan bodembeheer. In Veldleeuwerik en het project Zicht op de Bodemstructuur staat maatwerk centraal. Geen bedrijf, geen bodem is gelijk. Dus wat bij de een goed werkt, kan bij de ander niet passen of niet nodig zijn. Het begint bij leren waarnemen (Fase A in Zicht op de Bodemstructuur), voordat de juiste handeling uitgevoerd kan worden (Fase B). Dit is een puzzel die per bedrijf anders is. Als voorbeeld werd een praktijksituatie uitgelegd en werden de aanwezigen uitgedaagd om op basis van foto’s en het Veldboekje Bodemconditie Flevoland de bodems te beoordelen en advies te geven aan de boer. De Nationale Bodemtop was een mooie gelegenheid om de praktische Flevolandse aanpak toe te lichten.