Gedeputeerde Staten heeft besloten om meer geld beschikbaar te stellen voor een aantal subsidiemaatregelen van het Plattelandsontwikkelingsprogramma. Afgelopen jaren kon in het kader van POP3 subsidie worden aangevraagd voor de maatregelen ‘Trainingen, workshops, ondernemingscoaching en demonstraties’, ‘Fysieke (productieve) investeringen voor innovatie en modernisering’ en ‘Jonge landbouwers’. De Flevolandse agrarische sector heeft daar enthousiast gebruik van gemaakt, zo bleek na afloop van de openstellingsperioden. Het aangevraagde subsidiebedrag oversteeg bij alle drie de regelingen het beschikbaar gestelde budget. Daarom nu het besluit om meer geld beschikbaar te stellen door de subsidieplafonds te verhogen.

 

 

Verhoging subsidieplafonds
Het subsidieplafond voor ‘Trainingen, workshops, ondernermingscoaching en demonstraties’ is verhoogd van € 933.511 naar € 1.097.000.
Voor de regeling ‘Fysieke (productieve) investeringen voor innovatie en modernisering’ is het totaal beschikbare budget opgehoogd van € 2.430.000 naar € 3.738.000.
Het subsidieplafond voor ‘Jonge landbouwers’ is verhoogd van € 374.000 naar €600.000.

 

Europese en nationale middelen
Vanuit Europa wordt aan provincies geld beschikbaar gesteld om verschillende ontwikkelingen op het platteland te bevorderen. Nationale overheden voegen hier bij veel maatregelen een zelfde bedrag aan toe. De provincie verdeelt het totaal beschikbare budget over verschillende subsidiemaatregelen, die gedurende de looptijd van het programma één of enkele keren worden opengesteld. In een openstellingsperiode kunnen de betreffende doelgroepen (vaak agrariërs) een subsidieaanvraag indienen voor projecten of investeringen die bijdragen aan de betreffende maatregel. Voorafgaand aan de openstellingsperiode bepaalt de provincie hoeveel geld er bij iedere openstelling maximaal beschikbaar wordt gesteld.

Tendersystematiek
In POP3 wordt een tendersystematiek gehanteerd. Dat betekent dat na afloop van de subsidieaanvraagperiode wordt gekeken hoeveel aanvragen zijn ingediend en of ze aan de gestelde basiseisen voldoen. Een door Gedeputeerde Staten ingestelde onafhankelijke Adviescommissie kent aan de aanvragen een score toe. De best scorende projecten krijgen subsidie, tot het subsidieplafond is bereikt. Consequentie van deze systematiek is dat als er veel kwalitatief goede aanvragen zijn ingediend, de kans toeneemt dat aan een aantal kwalitatief goede projecten of investeringen toch geen subsidie kan worden toegekend omdat het subsidieplafond is bereikt.
Ruimte creëren
Met deze systematiek worden goede initiatieven, die kunnen bijdragen aan gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied, mogelijk in de kiem gesmoord. Gedeputeerde Harold Hofstra: “Dat vinden wij in Flevoland onwenselijk en daarom overwegen we in zo’n situatie de mogelijkheid om meer geld beschikbaar te stellen voor de subsidiemaatregel. Daarmee creëren we ruimte om alle ingediende aanvragen die aan de gestelde criteria voldoen te kunnen honoreren.”

Europees Plattelandsontwikkelingsprogramma
De genoemde maatregelen maken deel uit van de in totaal negen maatregelen binnen het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3). Voor de regelingen geldt dat de helft van het budget door Europa beschikbaar wordt gesteld vanuit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). De andere helft van de middelen is afkomstig uit provinciale middelen.