We hebben een bijzonder jaar achter de rug. De droogte zorgde in veel gewassen voor problemen, zo ook in het ‘gewas’ akkerrand. Akkerranden worden vaak gezaaid nadat de andere gewassen gezaaid of geplant zijn. De late zaai zorgde voor een moeizame opkomst omdat de periode droogte al was ingezet. Opvallend is dat randen die moeizaam op gang kwamen lijken nu letterlijk tot bloei te komen en zien we ook randen die een tweede bloei doormaken. Hieronder drie aandachtspunten met tips voor beheer van de akkerrand.

 

Doorzaaien in het voorjaar

Het doorzaaien van de rand kan succesvol gebeuren in het voorjaar. Klepel de rand kort af, zo mogelijk een woelpoot gebruiken om sporen op te heffen. De combinatie kopeg en zaaimachine kan tot een goed resultaat leiden. Er zijn ook voorbeelden van telers die de strook onder de trekker alleen doorzaaien. Een kopeg met onder de trekker lange pennen in combinatie met granulaatstrooier met ketsplaat goed werk afleveren.

 

Veronkruiding

Veronkruiding is een zorgpunt van veel deelnemers. Meldes, perzikkruid, hanepoot; het zijn de bekende ergernissen die u niet wilt zien in de akkerrand! Plaatselijk klepelen is een optie, maar zorg er voor dat er enige hoogte blijft om, in het geval van randen voor Schoner Water Flevoland, de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen tegen te gaan. Tip:Heb enig geduld tot de bloemknop er is en daarna te bloten of klepelen. Dit haalt al veel eenjarig onkruid uit de rand. Voor het inzaaien van een rand in het najaar hou als richtlijn 20 oktober aan om de lichtkiemers te snel af te zijn.

 

Bewerkingen in de akkerrand

Een belangrijk aandachtspunt bij het inwerken van een rand is dat u geen resten van de rand het perceel insleept als u bijvoorbeeld met een cultivator vanaf de rand het perceel in gaat rijden. Tip:Als u de rand gaat klepelen kunnen er (onkruid)zaden in de klepelbak achterblijven die u in het perceel kunt verspreiden als u vervolgens een groenbemester gaat klepelen.